Archief | Huwelijksverhalen RSS feed for this section

Het boek dat je leven veranderde

10 okt

Even terug naar het laatste verhaal in de bundel van Tsjechov, De dame met het hondje, waarin een ongelukkig getrouwde, Moskouse zakenman tijdens een vakantie uit verveling een verhouding begint met een eveneens gehuwde, veel jongere vrouw. Wat als een avontuurtje begint loopt uit op een grote, onmogelijke liefde, op onvervulbare hartstocht, schuldgevoel en verlangen.
(Dit is het verhaal waarover een geletterde vriendin zei: “Het maakt niet uit welke bundel je van Tsjechov leest als De dame met het hondje er maar tussen zit.”)
Die dame, De dame met het hondje, kwam ik tegen in een artikel in de National Post over de invloed van fictie.

Een onderzoek van Keith Oatley, professor emeritus psychologie aan de University of Toronto, en Maja Djikic, naar de psychologische effecten van het lezen van fictie. Proefpersonen kregen ofwel De dame met het hondje van Tsjechov voorgeschoteld, of een zelfgefabriekte nonfictie-variant van dit beroemde verhaal, met dezelfde informatie en van eenzelfde lengte en leesniveau. Voor en na werden proefpersonen onderworpen aan een personality test.

De personalities van de lezers van het Tsjechov-verhaal veranderde alle een beetje. Maar, en dit was het spectaculaire: “With things like persuasion, as in a political message, everybody’s all supposed to think the same way, and they do. The reason we’re very excited by this result is that people all changed in their own way.”

“There are similar cognitive processes associated with understanding the real world and understanding the fictional world, so when we try to understand what’s going on in a piece of fiction – reading a book and trying to figure out what characters are thinking and feeling – it’s analogous to people trying to figure out how real people are thinking and feeling,” he says, adding that literature can therefore help bolster social interaction and understanding.”

Wisten we dit niet al lang? Hoe dan ook, het benadrukt maar weer eens het belang van het lezen van het Betere Verhaal.

Meer over de psychologie van fictie op www.onfiction.ca/

Grootmeester van het korte verhaal

26 aug

Ze klinken ook mooi, deze verhalen. Lees maar eens hardop. Het loopt als een trein. En dan lezen we nog niet eens de nieuwste vertaling van Tom Eekman, Aai Prins en Anne Stoffel. De Verzamelde verhalen van Tsjechov verschenen tussen 2004 en 2010 in een splinternieuwe vertaling in de vermaarde Russische Bibliotheek van Van Oorschot: samen 3000 bladzijden!

Ik ben niet zo’n korte verhalen lezer. Niet omdat het me niet ligt, maar misschien omdat ik niet zo bijhoud wie de moeite waard is. Het bevalt me zeer: het afgebakende, de korte boog. Het is een kunst om een goed, interessant kort verhaal te schrijven. Tsjechov kan zo knap doseren. In een paar regels zet hij iets of iemand neer met genoeg eigenaardigs of onheilspellends om te intrigeren, maar verder gestript van alle overbodigs. Knap is dat. En ik houd van zijn harde humor, hoe hij subtiel maar vlijmscherp de mens in al zijn menselijkheid laat zien. Naakt.

Ik heb nog een paar verhalen te gaan. Zojuist “Angst” gelezen dat vooral bestaat uit onbehagen, angst en verveling. Zelfs het overspel. Wat zonde! Ik lees verder.

Tsjechov tot de derde

24 aug

Tsjechov leeft! Helaas heb ik deel 1 gemist… Ik heb De Meeuw wel eerder gezien maar niet met deze super cast.

Voor wie het nog niet wist: Op zaterdag 26 februari ging in het DeLaMar Theater een uniek theaterproject van start. De Meeuw is de eerste voorstelling van Tsjechov3, een  unieke driedelige serie met het werk van Anton Tsjechov. Aan dit project is een vast artistiek team verbonden. Zo bewerkt en regisseert Gerardjan Rijnders de drie stukken: De Meeuw, Oom Wanja (2012) en De Kersentuin (2013) en wordt de bezetting voor een voorstelling samengesteld uit een pool van acteurs die, naast de cast van De Meeuw, bestaat uit Pierre Bokma, Kees Hulst, Marie-Louise Stheins en Hein van der Heijden.

Hij dacht: ik sla haar dood

22 aug

Willem Elsschot: Het Huwelijk

Toen hij bespeurde hoe de nevel van de tijd
in d’ogen van zijn vrouw de vonken uit kwam doven,
haar wangen had verweerd, haar voorhoofd had doorkloven
toen wendde hij zich af en vrat zich op van spijt.

Hij vloekte en ging te keer en trok zich bij de baard
en mat haar met de blik, maar kon niet meer begeren,
hij zag de grootse zonde in duivelsplicht verkeren
en hoe zij tot hem opkeek als een stervend paard.

Maar sterven deed zij niet, al zoog zijn helse mond
het merg uit haar gebeente, dat haar toch bleef dragen.
Zij dorst niet spreken meer, niet vragen of niet klagen,
en rilde waar zij stond, maar leefde en bleef gezond.

Hij dacht: ik sla haar dood en steek het huis in brand.
Ik moet de schimmel van mijn stramme voeten wassen
en rennen door het vuur en door het water plassen
tot bij een ander lief in enig ander land.

Maar doodslaan deed hij niet, want tussen droom en daad
staan wetten in de weg en praktische bezwaren,
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren,
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.

Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot
en zagen dat de man die zij hun vader heetten,
bewegingsloos en zwijgend bij het vuur gezeten,
een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.

Onherstelbaar verknoeid

22 aug

Het gaat maar door met die ellende: De echtgenote is wel heel schitterend droevig.

Nikolaj Jewgrafytsj is al zeven jaar getrouwd met Olga Dmitrijewna. Niet erg gelukkig. Terwijl zij tot diep in de nacht op pad is, struint hij haar kamer rond op zoek naar ‘bewijsstukken’. Ooit was hij verliefd op haar, was er een klein, mooi voetje, rook hij geurige haren en voelde hij zijde en kant. Nu bestond zijn huwelijk vooral uit haar hysterische aanvallen, gejank en onbeschaamde, overspelige leugens.

Hij herinnerde zich, hoe het thuis bij zijn vader op het dorp weleens voorkwam dat een vogel van buiten de kamer in vloog en daar dan als een razende met zijn vleugels tegen de ruiten aan klapperde en allerlei voorwerpen ondersteboven wierp en zo was ook deze vrouw uit een totaal vreemd milieu zijn leven binnengefladderd, waarin zij een regelrechte verwoesting had aangericht. De beste levensjaren waren voorbijgegaan als in een hel, al zijn geluksverwachtingen kapotgeslagen en tot een bespotting gemaakt, zijn gezondheid was geruineerd, zijn kamers waren ingericht met de vulgaire smaak van een cocotte en van de tienduizend roebel die hij jaarlijks verdiende, kon hij met geen mogelijkheid ook maar tien roebel opzij leggen om aan zijn moeder, de priesterweduwe, te sturen en hij was aan wissels reeds een duizend of vijftien schuldig. Het scheen hem toe dat als een troep struikrovers zich in zijn woning had genesteld zijn leven niet zo hopeloos, zo onherstelbaar verknoeid zou zijn als nu bij deze vrouw.

Au. Het wordt nog erger. Olga bekent haar overspel en verslagen zegt Nikolaj dat ze vrij is om te gaan. Maar zelfs daarin haalt ze hem het bloed onder de nagels vandaan: ze weigert te scheiden.

Lees en huiver.

En er gloeide al haat in Sasja’s ogen

21 aug

Het zijn niet de vrolijkste huwelijken..  allemachtig. Je rolt van de ene beklemming in de ander. Liefde die razendsnel bekoelt, liefde die er nooit was, liefde waarop werd gehoopt.

Ik ben halverwege de bundel en tot nu toe is er maar een stel dat werkelijk gelukkig is: Sasja en Warja in “De villabewoners”. Een mooi verhaal van maar drie pagina’s over een pas getrouwd paar dat in de maneschijn op het perron van hun dorpsstation heen en weer wandelt. Ze zijn dolgelukkig en alles is prachtig.

‘En wat zijn deze solide, zwijgzame telegraafpalen eigenlijk lief?’

En dan krijgen ze onverwacht bezoek. Een oom met volledig gezin tot en met grootmoeder stapt uit de trein om een paar dagen te blijven. De ontzetting slaat het jonge stel om het hart en in een flits zien ze het hele ellendige bezoek voor zich.

En er gloeide al haat in Sasja’s ogen, toen hij naar zijn vrouw keek en haar toefluisterde: ‘Die zijn voor jou gekomen… de duivel hale ze!’ […] Sasja moest zich omdraaien om zijn boze, wanhopige gezicht voor zijn bezoek te verbergen en daarna zei hij, met een opgewekte, joviale intonatie in zijn stem: ‘Hartelijk welkom! Hartelijk welkom allemaal, mijn lieve gasten!’

Waarom ik dit zo’n fijn verhaal vind? Herkenning?  🙂

In korte, heldere beelden zet Tsjechov een situatie neer. Van personages belicht hij een paar zonderlinge eigenschappen. Het heeft iets karikaturaals, zo’n boze belastingambtenaar die zijn vrouw wegsleept bij het bal omdat ze te veel plezier had met de hoge officier. Sommige verhalen lezen als een sprookje, maar via die vorm laat Tsjechov heel wat zien. Hij prikt door de buitenkant en toont de alledaagse werkelijkheid. In het groot: de situatie in Rusland rond de eeuwwisseling, met de spanningen tussen de hogere en lagere klasse. Maar ook in het klein: het huwelijk, en op hoeveel manieren dat zo verschrikkelijk kan misgaan.

In de laatste verhalen ook weer veel mooie beelden die blijven hangen: die dames die massaal uitrukken als de cavalerie het dorp aandoet; die vrouw die haar man krabt en slaat omdat hij middernacht zijn dronken maten mee naar huis heeft genomen en vervolgens doodleuk snacks voor ze in elkaar draait; het negentienjarig meisje dat zo dom bleek maar op wie  hij nu eenmaal verliefd was.

Ik lees verder. En dans op de zesde bruiloft deze zomer met Tsjechov in mijn achterhoofd..

Anton Tsjechov

16 aug

Anton Pawlowitsj Tsjechov (1860—1904) werd geboren in Taganrog als zoon van een kruidenier. Hij studeerde medicijnen in Moskou en schreef in die tijd korte komische verhaaltjes, die vanaf 1880 werden gepubliceerd in enkele humoristische tijdschriften. Zijn studie oefende een beslissende invloed uit op de jonge Tsjechov. Hij zag in de wetenschap het werktuig voor de vooruitgang. Zijn artsenpraktijk bracht hem, vooral in de tweede helft van de jaren tachtig, in contact met de menselijke ellende, ziekte en dood, ervaringen die zijn kennis van de menselijke geest verrijkten.

Tsjechov verwierf zijn roem in het laatste decennium van de negentiende eeuw. Hij wordt algemeen beschouwd als de grootmeester van het korte verhaal. Ook ontwikkelde hij zich tot gevierd toneelschrijver. Zijn derde stuk De meeuw oogstte veel succes in de interpretatie van Stanislavski in 1898, gespeeld door het Moskouse Kunsttheater. Zijn volgende stukken Oom Wanja (1899), Drie zusters (1901) en De kersentuin (1904) werden door hetzelfde gezelschap opgevoerd. Zijn toneelstukken worden nog steeds overal ter wereld gespeeld.

(Bron:  Van Oorschot)

In zijn gemene tronie!

15 aug

Na een paar verhalen Tsjechow zit je aardig in de sfeer van Rusland begin 20e eeuw: de zogenaamd beschaafde hogere klasse die zich kapot verveelt en zich ver verheven voelt boven het gewone arbeidersvolk. Het zijn van die mooie treurige scenes, je voelt de beklemming, het troosteloze, de schrijnende tegenstellingen. Het is al generaties zo en het houdt zichzelf in stand. Totdat er nieuw  licht valt op de aloude manier van leven. In de persoon van Sasja bijvoorbeeld, in “De bruid”. Hij daagt Nadja uit te gaan studeren, niet te gaan trouwen.

‘Als je nu eens ging studeren!’ sprak hij. ‘Alleen gestudeerden en heiligen zijn interessante mensen, zij zijn de enigen, waaraan behoefte bestaat. […] Nietwaar, hoe meer van die mensen er komen, des te eerder breekt het rijk Gods op aarde aan. En dan blijft langzamerhand van die stad van jullie geen enkele steen op de andere staan, alles wordt ondersteboven geworpen […]’

There you go: het communisme in aantocht.

De hierarchie zit diep in de samenleving geworteld: rijk verveelt zich met rijk, en komt wel in aanraking maar niet in gesprek met de gewone arbeider. In zo’n gescheiden samenleving is het geen kunst je eigen denkbeelden overeind te houden. Je wordt niet uitgedaagd een ander gezichtspunt te kiezen. Het doet me denken aan links en rechts in de Verenigde Staten. MSNBC of Fox, iedereen preekt voor zijn eigen parochie en komt niet werkelijk in gesprek.

In het tergend trage “In een landhuis” steekt Rasjewitz een opgewonden en eindeloos betoog af over het ‘natuurlijk-historische bestaansrecht van de betere stand‘, tegen zijn gast Meijer.

Laten we allemaal onder elkaar afspreken dat, als zo’n proleet het ook maar waagt ons na te komen, we hem onze woorden van verachting vierkant in zijn gemene tronie zullen slingeren: “Handen thuis! Je dient je plaats te kennen!” Jawel, regelrecht in zijn gemene tronie!’ ging Rasjewitz opgewonden verder, terwijl hij met een kromme vinger voor zich in de lucht prikte. ‘In zijn gemene tronie! In zijn gemene tronie!’ 

Meijer, een rechter van instructie, die wel eens een goede partij voor zijn dochter zou kunnen zijn, heeft al die tijd gezwegen. Dan zegt Meijer dat hij zelf van kleinburgerlijke afkomst is, dat zijn vader een gewone arbeider was. Ai. Als Meijer ook nog trots op zijn afkomst blijkt te zijn, komt er gauw een onhandig einde aan een avond die zo veelbelovend begon.

Ik las de eerste verhalen en was in eerste instantie niet bijzonder onder de indruk. Nu ik ze nog eens doorneem zie ik er meer in. Tsjechow kan in een paar zinnen een situatie schetsen, een beklemmende sfeer oproepen, iemands zwakke plek blootleggen. De timing is ook vaak goed. Het lijken simpele verhalen, maar de meeste hebben een grote zeggingskracht.

Augustus: Tsjechow!

26 jul

Met mijn neus nog middenin de wondere wereld van Narziss & Goldmund kijk ik even vooruit naar de volgende maand, het volgende boek. Voor Proust heb ik iets meer rust nodig dus ik haal Tsjechow even naar voren. Bij mijn geliefde Athenaeum kocht ik de mooie bundel: Huwelijksverhalen. Drieentwintig stuks, elke dag eentje en dan de grote aanloop naar Proust.

Ik hoop dat ik niemand ontrief met het omgooien van de lijst. En dat Men Massaal Met Me Meeleest natuurlijk.