Archief | To the Lighthouse RSS feed for this section

To the Lighthouse: een meesterwerk?

30 jun

Wat maakt To the Lighthouse zo bijzonder? 
Wat maakt dat het raakt?

Wat mij betreft is het een combinatie van schitterend taalgebruik en de manier waarop ze de afstand tussen mensen voelbaar maakt. De afstand die er onvermijdelijk is (door verschillend perspectief, door emoties die in de weg zitten) maar die wel overbrugd kan worden. Tot op zekere hoogte. Dat raakt. En ik denk dat dat van alle tijden is.

Wat vind jij?   

One wanted fifty pairs of eyes to see with

28 jun

Mooi is het. Was het–ik heb hem uit. In het derde deel wordt er eindelijk naar de vuurtoren gegaan. Maar daar gaat het helemaal niet meer om.  Woolf snijdt zoveel grote onderwerpen aan (Tijd, Liefde, Familie, het Leven, de Werkelijkheid) dat het me duizelt, maar wat mij het meest heeft geraakt is de manier waarop ze schrijft over de onvermijdelijke ruimte die bestaat tussen individuen. Wat scheidt en wat bindt. Over hoe iedereen gevangen zit in zijn eigen waarneming, van de ander, van de werkelijkheid. In hoeverre het mogelijk is een ander werkelijk te kennen, die afstand te overbruggen.
Op de flap staat het zo: “giving language to the silent space that separates people and the space that they transgress to reach each other.”

De stream of consciousness-vorm is ijzersterk: in plaats van een strakomlijnde setting met complete personages, krijg je flarden voorgeschoteld, rechtstreeks en ongefilterd, over gebeurtenissen, over andere personages. Als een kaleidoscoop. Niets staat vast, alles is constant in beweging. Je kunt alleen maar uitgaan van het subjectieve, je hebt niets anders om op te varen. Net als je denkt dat je wel een redelijk beeld hebt van een personage of een situatie, wordt er een nieuw licht op geworpen en moet je het beeld aanpassen. Op het einde heb je geen ‘af’ beeld van alles en iedereen. Het blijft bewegen, net als de golven. Net als De Werkelijkheid.

Dat is denk ik de kracht van Woolf: ze beschrijft niet alleen, ze maakt voelbaar. Met het geheel van al die hoogstpersoonlijke gedachten, emoties en herinneringen, krijg je soms even iets te pakken wat helder is. Wat universeel is. Iets dat je herkent, dat raakt aan iets werkelijks. Iemand schreef dat het doet denken aan het licht van de vuurtoren dat in een flits het hele zaakje verlicht. Je krijgt even een glimp werkelijkheid en daarna is het weer donker.

Op het einde van het boek peinst Lily over de zin van het leven.
“The great revelation had never come. The great revelation perhaps never did come. Instead there were little daily miracles, illuminations, matches struck unexpectedly in the dark; here was one. […] Mrs. Ramsay bringing them together; Mrs. Ramsay saying, “Life stand still here”; Mrs. Ramsay making of the moment something permanent[…]–this was the nature of a revelation. In the midst of chaos there was shape.”

Ondanks al die onkenbaarheid is het geen deprimerend boek, integendeel. Wat mij bijblijft is Mrs. Ramsay, de mooie, opgewekte, liefdevolle Mrs. Ramsay, met haar bijzondere gave om de familie bij elkaar te houden.

“It was her instinct […], an instinct like the swallows for the south, the artichokes for the sun, turning her infallibly to the human race, making her nest in its heart.”

Clammy sea airs

22 jun

In Deel 2 gaat de tijd voorbij, tien jaar als ik het goed begrijp. De Eerste Wereldoorlog komt en gaat. De Ramsays komen niet meer naar het zomerhuis. Er is vooral veel afwezigheid. En dood: Mrs. Ramsay is niet meer, Andrew is gesneuveld aan het front en Prue in het kraambed.

De eerste hoofdstukken kon ik in eerste instantie niet geheel volgen. Ik was moe en dit is geen boek voor moe. Het klonk mooi en ik kreeg ook wel een gevoel van de immense leegte van het huis, het verlatene, maar hele passages gingen langs me heen. Dat het me niet had verbaasd als er iemand de kamer in was gelopen en had gezegd: oh wacht, jij hebt de verkeerde editie, die waarin alle zinnen uit elkaar zijn getrokken, gehusseld, en lukraak achter elkaar gezet.

Nu ik het herlees zie ik de kunst. De beschrijving van het donkere lege huis, het verlatene, is zo prachtig. De afwezigheid van leven wordt voelbaar gemaakt in de vorm: er is nauwelijks actie. Somebody, something, nothingness… in het abstracte wordt het verlatene benadrukt. De tijd wordt zelf een soort personage en gaat aan de haal met de familie, met het huis. Ik begrijp het nog steeds niet helemaal maar stoor me er niet aan: het leest als een gedicht, waar het magische soms zit in dat wat je niet te pakken krijgt.

What people had shed and left–a pair of shoes, a shooting cap, some faded skirts and coats in wardrobes–those alone kept the human shape and in the emptiness indicated how once they were filled and animated.

De beschrijving van de ‘clammy sea airs’ die het lege huis binnenwaaien en de boel gaan verkennen:

Almost one might imagine them, as they entered the drawing-room questioning and wondering, toying with the flap of hanging wall-paper, asking, would it hang much longer, when would it fall? […] The little airs mounted the staircase and nosed round bedroom doors. […] All ceased together, gathered together, all sighed together; all together gave off an aimless gust of lamentation to which some door in the kitchen replied; swung wide; admitted nothing; and slammed to.

Schitterend!  Enerzijds het verval, anderzijds de onschuld, de stilte, het onaantastbare.

Loveliness and stillness clasped hands in the bedroom, and among the shrouded jugs and sheeted chairs even the prying of the wind, and the soft nose of the clammy sea airs, rubbing, snuffling, iterating, and reiterating their questions–“Will you fade? Will you perish?”–scarcely disturbed the peace, the indifference, the air of pure integrity, as if the question they asked scarcely needed that they should answer: we remain.

Dit is poezie! Ik blijf nog even hier in dit lege huis.

It had become, she knew, already the past

17 jun

Pescadero, CA

Deel 1, The Window, heb ik achter de kiezen. Het is mooi, maar je krijgt het niet voor niks. Het eerste deel voelt nog erg flardig: je bevindt je als lezer in de hoofden van de personages–die krijgen vorm via hun eigen gedachten en de gedachten van anderen over hen. Alles is subjectief. Uit al die losse stukken probeer je een beeld te krijgen van de setting, de gebeurtenissen, de personages. Stream of consciousness vraagt veel van de lezer.

Woolf biedt net genoeg verbindingen tussen de flarden om er een geheel van te kunnen maken. Het zit vaak in herhalingen, soms hele kleine dingen. Zoals de scene waarin Mrs. Ramsay Lily Briscoe met Mr. Bankes ziet wandelen:

Ah, but was that not Lily Briscoe strolling along with William Bankes? She focussed her short-sighted eyes upon the backs of a retreating couple. Yes, indeed it was. Did that not mean that they would marry? Yes, it must! What an admirable idea! They must marry! 

en dan, even verderop denkt Lily:

Mrs. Ramsay greeted them with her usual smile (oh, she’s thinking we’re going to get married, Lily thought) 

Het voorschotelen van al die losse gedachten zonder bemiddelende verteller maakt het puur en krachtig. Woolf kan zoveel zeggen juist door zich als verteller terug te trekken. Karaktertrekken worden haarscherp duidelijk via de gedachten van de een over de ander, de een over de een, de ander over de ander.

Ondertussen is er veel om van te genieten. De beschrijving van Mrs. Ramsay, die zich zo laat kennen en daardoor zo ontwapenend is.

She ruminated the other problem, of rich and poor, and the things she saw with her own eyes, weekly, daily, here or in London, when she visited this widow, or that struggling wife in person, with a bag on her arm, and a note-book and pencil with which she wrote down in columns carefully ruled for this purpose wages and spendings, employment and unemployment, in the hope that thus she would cease to be a private woman whose charity was half a sop to her own indignation, half a relief to her own curiosity, and become what with her untrained mind she greatly admired, an investigator, elucidating the social problem.

Of de manier waarop ze beweegt:

moving with an indescribable air of expectation, as if she were going to meet some one round the corner.

Er is veel luchtigs. Er zit humor in het perspectief en in de indirecte rede. Diepe overpeinzingen worden afgewisseld met alledaagse details. Of gerelativeerd. Zo spreekt Mrs. Ramsay steevast over het onderwerp van Tansley’s onderzoek als the influence of somebody upon something.

Deel 1 sluit af met de prachtige diner-scene waarin zoveel samenkomt. Er wordt gepraat, verhuld, doorzien, verondersteld. Men praat, maar bereikt elkaar niet. Ieder heeft zijn eigen diep. In al die droeve onmacht lijkt men toch redelijk gelukkig. En Mrs. Ramsay houdt alles bij elkaar. Maar ze weet dat er verandering dreigt. In het raam ziet ze de weerspiegeling van hun samenzijn. Het verwatert, verdwijnt. Terwijl ze de eetkamer verlaten, wordt het heden verleden.

With her foot on the threshold she waited a moment longer in a scene which was vanishing even as she looked, and then, as she moved and took Minta’s arm and left the room, it changed, it shaped itself differently; it had become, she knew, giving one last look at it over her shoulder, already the past.  

Back to Woolf

3 jun
Cambria, CA

Ik was even ingesukkeld tijdens de road trip van San Diego naar San Francisco. Het is hier ook zo schitterend. En Woolf had ik toch even opzij geschoven. Maar onderweg word ik fijntjes aan mijn queeste herinnerd. 

Zojuist zag ik pas de ‘ondertitel’ van het spandoek daar in Cambria:  Church of God in Christ. (Kijk maar, als je op de foto klikt)

Hm. 

Anyway, ik pak Woolf weer op. Jullie ook?

Tussen droom en daad 2

16 mei

Ik heb geen letter gelezen sinds vorige week. Wel letters, maar niet van Woolf. Mijn planning was niet helemaal handig met boek 1 midden in de verhuizing van California naar Amsterdam. Die stream of consciousness combineert niet zo geweldig met de hectiek van landverhuizen. En alle vrije uren zijn gevuld met baby, studie en lezen voor mijn nieuwe baan.

De Ramsays laat ik even in hun Schots vakantiehuis terwijl ik hier de deur van ons Amerikaans vakantiehuis na bijna vier jaar achter ons dicht trek. 
Lees vooral verder. Als je even de draad kwijt bent, pak je de Sparknotes er maar bij. Als een ware Amerikaanse scholier.

Ik heb The Sound and the Fury verplaatst naar 2013. Tegen die tijd kan ik zoiets wel weer hebben denk ik.
Het volgende boek is dus Narziss & Goldmund (start: 1 juli).

Hele rake flarden

10 mei

AP Photo

Ben zo’n 70 pagina’s op weg. In dit tempo heb ik hem uit voor de grote oversteek, van California naar Amsterdam. Ik lees langzaam en met plezier. Ik geniet van haar taalgebruik en moet me ervan weerhouden elke mooie zin op te schrijven. Het leest niet makkelijk, je springt van de gedachten van de een naar de gedachten van een ander en als je even mist naar wie “she” verwijst, dan lees je een heel ander verhaal. Maar gaandeweg wordt het altijd wel duidelijk.

Flarden krijg je voorgeschoteld. Maar wel hele rake flarden. Het verhaal bestaat uit losse gedachten. Van de een over de ander. Over zichzelf. Deze gedachten buitelen over elkaar heen en als lezer moet je er een geheel van zien te maken. Dit klinkt als een grotere inpanning dan het is. Het is vrij natuurlijk; die gedachten zijn niet gefilterd waardoor je als lezer een haarscherp beeld krijgt. Van de situatie, maar vooral van de karakters.

Een mooi voorbeeld: de passage over wel of niet naar de lighthouse vanwege het weer. Het zegt niet zoveel over het weer maar des te meer over de personages–en ik vind de herhaling van de valley of death ook erg geestig.

“There wasn’t the slightest possible chance that they could go to the Lighthouse tomorrow, Mr. Ramsay snapped out irascibly.
How did he know? she asked. The wind often changed.
The extraordinary irrationality of her remark, the folly of women’s minds enraged him. He had ridden through the valley of death, been shattered and shivered; and now, she flew in the face of facts, made his children hope what was utterly out of the question, in effect, told lies. He stamped his foot on the stone step.
“Damn you,” he said. But what had she said? Simply that it might be fine tomorrow. So it might.
Not with the barometer falling and the wind due west.
To pursue truth with such astonishing lack of consideration for other people’s feelings, to rend the thin veils of civilisation so wantonly, so brutally, was to her so horrible an outrage of human decency that, without replying, dazed and blinded, she bent her head […]” (TtL, p.31) 

Of over Lily, dappere Lily:

“She could see it all so clearly, so commandingly, when she looked: it was when she took her brush in hand that the whole thing changed. It was in that moment’s flight, between the picture and her canvas that the demons set on her who often brought her to the verge of tears and made this pasage from conception to work as dreadful as any down a dark passage for a child. Such she often felt herself–struggling against terrific odds to maintain her courage; to say: “But this is what I see; this is what I see.” (TtL, p.19)

Benieuwd naar jullie ervaringen met Woolf. Ben je al begonnen? Wat vind je ervan? Let me know!

Flashed through the valley of death

5 mei

Hoe langzaam ik ook lees, sommige stukken gaan compleet langs me heen.

“Some one had blundered” roept Mr. Ramsay en die uitspraak blijft in de lucht hangen totday Mrs. Ramsay, pagina’s verderop, naar haar man staart en mijmert: 

“He shivered; he quivered. All his vanity, all his satisfaction in his own splendour, riding fell as a thunderbolt, fierce as a hawk at the head of his men through the valley of death, had been shattered, destroyed. Stormed at by shot and shell, boldy we rode and well, flashed through the valley of death, volleyed and thundered–” (To the Lighthouse, p.30)

Het klinkt schitterend maar ik wist niet helemaal wat ik met deze passage moest. Het leken wel dichtregels.. ik zocht het op en wat bleek: een gapend gat in mijn literaire opvoeding. Het is het gedicht The Charge of the Light Brigade (1854) van de poet laureate Alfred Lord Tennyson, over de Battle of Balaclava tijdens de Crimean War. “An event of no military significance, that has become iconic in the Britsh imagination because of its aristocratic courage, its glorious failure, and its spectacular incompetence”. (In Our Time, BBC)

Terwijl ik nog even zoek naar de betekenis van deze verwijzing–is dit hoe Mrs. Ramsay haar man ziet? Een dappere mislukkeling?–kun je Tennyson hier dit gedicht horen voordragen, een opname uit 1890.  

Had there been an axe handy

2 mei

Sommige schrijvers hebben weinig woorden nodig om veel te zeggen. Door de lengte van haar zinnen lijkt Woolf niet tot die categorie te behoren. Maar schijn bedriegt: elk woord is van belang. Elke bijzin heeft betekenis. Haar heldere zinnen hebben een enorme zeggingskracht. Niet voor niets moet ik langzaam lezen–als ik een over een paar zinnen heen lees ben ik niet alleen de draad kwijt maar mis ik ook een hele hoop moois.

Zoals de volgende passage waarin op slag duidelijk wordt hoe de zoon zijn vader ziet:

“Had there been an axe handy, or a poker, any weapon that would have gashed a hole in his father’s breast and killed him, there and then, James would have seized it. Such were the extremes of emotion that Mr. Ramsay excited in his children’s breasts by his mere presence.” (To the Lighthouse, p.4)

Dat belooft wat.

Who’s afraid?

1 mei

Ik ben begonnen. Na vergeefse pogingen dit boek te lezen voor het slapen gaan heb ik besloten dat dit een boek voor overdag is. De taal is prachtig krachtig maar vergt veel aandacht. Ik wil begrijpen wat ik lees en het komt voor dat ik een zin drie keer opnieuw begin om te vatten waar de bijzinnen ophouden en de hoofdzin verder gaat. Wat de melodie is. Maar de aandacht loont! Waarom heb ik dit niet eerder opgepakt?

Al op de eerste pagina heeft ze mijn aandacht. Het is de introductie van de zesjarige James wiens verlangen naar de vuurtoren te gaan eindelijk vervuld lijkt te gaan worden. Deze ene zin telt honderd woorden en belooft veel goeds:   

“Since he belonged, even at the age of six, to that great clan which cannot keep this feeling separate from that, but must let future prospects, with their joys and sorrows, cloud what is actually at hand, since to such people even in earliest childhood any turn in the wheel of sensation has the power to crystallise and transfix the moment upon which its gloom or radiance rests, James Ramsay, sitting on the floor cutting out pictures from the illustrated catalogue of the Army and Navy stores, endowed the picture of a refrigerator, as his mother spoke, with heavenly bliss. It was fringed with joy.” (To the Lighthouse, p.3)

Schitterend.